Het was in december en in januari nat. Flink nat zelfs. Tot grote problemen heeft dit gelukkig niet geleid. Maar wat doen we om al dat water in goede banen te leiden en wateroverlast te voorkomen? En waarom bewaren we dit water niet voor droge zomers?
100 miljoen kuub neerslag
Wanneer er 50 millimeter neerslag valt, komt dit overeen met 100 miljoen kuub voor ons hele gebied. Eind december viel deze hoeveelheid in drie dagen tijd. Een groot deel van al dat water zakt weg in de grond of verdampt. De rest stroomt naar sloten, beken en kanalen en gaat uiteindelijk naar de zee.
Waarom bewaren we dit water niet voor droge zomers
Het uitgangspunt is dat we niet meer water afvoeren dan nodig is. We bewaren zoveel mogelijk water in ons gebied. Met name in de beekdalen kan heel veel water. Denk bijvoorbeeld aan de Drentsche Aa, Westerwoldse Aa, Ruiten Aa en Hunze. Ook in de sloten en kanalen gebruiken we in een natte periode een buffer. Maar als het langer en harder regent en de beekdalen en sloten en kanalen vol zijn, dan moeten we het water de zee in laten stromen, om overstroming te voorkomen. Bovendien moeten we de buffer in sloten en kanalen opnieuw in kunnen zetten als het weer gaat regenen.
Water naar zee brengen
Bij Delfzijl en bij Nieuwe Statenzijl kunnen we grote hoeveelheden water de zee in laten stromen met sluizen. Spuien noemen we dat. Dat kan bij eb, als het water op zee lager staat dan het zoete water in het kanaal voor de sluis. Daarnaast kunnen we in extreme situaties het water met gemalen de zee in pompen, zoals gemaal Rozema in Termunterzijl. Onze maximale afvoer is bij elkaar opgeteld ongeveer 10 miljoen kuub water per dag. In die natte decemberdagen voerden wij 6 miljoen kuub per dag af.