Wij zijn beheerder van de zeedijk tussen Delfzijl en de Duitse grens. Om Nederland te beschermen tegen hoogwater vanuit zee, moeten alle dijken in 2050 voldoen aan de landelijke normen. Afgelopen jaren zijn alle dijken in Nederland getoetst. Uit die beoordeling blijkt dat onze zeedijk over de hele lengte van 28 kilometer niet voldoet. Daarom moeten we onze zeedijk de komende jaren versterken.
Aanpak Dollarddijk
We willen het dijktraject langs de Dollard als eerste versterken. Dit dijktraject met een lengte van 15 kilometer is opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) onder de naam Dollarddijk. Voordat we in 2025 starten met de verkenning, maken we eerst een plan van aanpak. Ook doen we technisch onderzoek naar de stabiliteit van de dijk. En we willen met de partners binnen het programma Eems-Dollard 2050 een plan opstellen voor de organisatie van grootschalige kleirijperijen. In de kleirijperijen wordt klei gemaakt voor de versterking van onze Dollarddijk. Deze voorbereidende activiteiten zijn begroot op € 998.072,-.
Qua planning vindt de verkenning in 2025-2026 plaats. Daarna volgt de planuitwerking in 2027-2028 en vanaf 2029 tot 2037 de realisatie van de dijkversterking.
Verkenning mogelijke alternatieven dijkversterking
In de Verkenningsfase wordt uit mogelijke alternatieven voor de versterking van de dijk via de zogenoemde zeefbenadering toegewerkt naar een voorkeursalternatief. Uiteraard zal hierbij gebruik worden gemaakt van de kennis en ervaring die is opgedaan in het demonstratieproject Brede Groene Dijk, waarbij de toepassing van ”klei van dichtbij” een prominente plek inneemt. Maar ook andere alternatieven zoals een asfaltdijk zullen in de Verkenningsfase worden onderzocht. Aan het eind van de Verkenningsfase (2026) kan dan een afgewogen besluit worden genomen over de wijze waarop de Dollarddijk wordt versterkt.
Hoogwaterbeschermingsprogramma
Het project Versterking Dollarddijk valt onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Het HWBP is een alliantie tussen de 21 waterschappen van Nederland en Rijkswaterstaat. Deze 22 organisaties werken samen in uitvoering, financiering en kennisontwikkeling om de primaire waterkeringen waaronder zeedijken in 2050 aan de waterveiligheidsnormen te laten voldoen. De gemaakte kosten worden in de HWBP-aanvraag voor de Verkenning meegenomen en 90% van de gemaakte kosten worden door het HWBP gefinancierd. Uiteindelijk komt 10% van de kosten voor rekening van het waterschap.