De eerste helft van augustus bracht ons een periode waarin het aanhoudend tropisch warm, droog en zonnig was. De vraag naar water voor beregening van gewassen op het land nam fors toe, waardoor we tegen de grenzen van onze aanvoercapaciteit aanliepen. Beregeningsbeperkingen en de plaatsing van noodpompen waren nodig om te kunnen voorzien in voldoende water. Een terugblik.
5 augustus was in De Bilt de eerste dag van een hittegolf die tot en met 17 augustus aanhield, met temperaturen die opliepen tot fors boven de 30 graden. Dit leidde tot een situatie waarin er veel water werd gevraagd voor beregening, waarbij ook meespeelt dat agrariërs volgend op de droge zomers van 2018 en 2019, hebben geïnvesteerd in beregeningsapparatuur. Nog niet eerder hadden we de beregeningsvraag zo fors zien toenemen. Met als gevolg dat in de nacht van 6 op 7 augustus de peilen van het water in sloten en kanalen in delen van ons gebied zakten, met name in de omgeving van Veendam, Stadskanaal, Westerwolde en de Drentse Veenkoloniën. Er werd meer water gevraagd, dan de 8.000 liter per seconde die we kunnen oppompen in de richting van dit gebied. Water dat afkomstig is uit het IJsselmeer (onze ‘nationale regenton’).
Gedeeltelijk beregeningsverbod en noodpompen
We zagen ons genoodzaakt om op vrijdag 7 augustus met onmiddellijke ingang een verbod in te stellen om overdag (tussen 7 en 19 uur) te beregenen uit oppervlaktewater. En we hebben agrariërs opgeroepen om ’s avonds en ’s nachts niet meer te beregenen dan strikt noodzakelijk. Aan deze oproep en aan het ingestelde beregeningsverbod is goed gehoor gegeven door agrariërs. Dit heeft eraan bijgedragen dat we in het weekend van 8 en 9 augustus konden voorzien in voldoende water.
Maar dit ging met pijn en moeite. Met het vooruitzicht dat het tropische weer zou aanhouden, hebben we besloten om op 10 augustus noodpompen te plaatsen. Met deze noodpompen konden we de maximale aanvoer van water in de richting van Veendam, Stadskanaal, Westerwolde en de Drentse Veenkoloniën verhogen van 8.000 naar 10.000 liter per seconde. Met deze maatregelen en dankzij de goede medewerking van beregenaars zijn we erin geslaagd om het gehele gebied te voorzien van water voor beregening ’s avonds en ’s nachts. Met de omslag naar minder warm en natter weer, konden we eerst de beregeningstijden met 4 uur verruimen, gevolgd door het besluit om het gedeeltelijk beregeningsverbod op 13 augustus in te trekken.
Algeheel beregeningsverbod deel stroomgebied Hunze
Een groot deel van het stroomgebied van de Hunze hoort bij het deel waar we géén IJsselmeerwater kunnen aanvoeren. Dit gebied wordt gevoed door kwelwater van de Hondsrug. Doordat het grondwaterpeil hier door de droogte en verdamping was gedaald, verminderde de kwel. Met als gevolg dat er op een gegeven moment onvoldoende water beschikbaar was voor beregening uit oppervlaktewater. Daarom hebben we voor dit deel van ons gebied op 12 augustus een algeheel beregeningsverbod ingesteld voor beregening uit oppervlaktewater. Ruwweg ging het om het gebied langs de Hondsrug tussen Exloo en Annen, in de omgeving van het Voorste Diep, het Achterste Diep en kanaal Buinen Schoonoord. Dankzij de neerslag die in het tweede deel van augustus viel, konden we het beregeningsverbod hier op 21 augustus intrekken.
Onze wateraanvoer
Met gemalen wordt water vanuit het IJsselmeer naar ons gebied gepompt. Via een zuidelijke route (via de Verlengde Hoogeveense Vaart) en via een noordelijke route (via het gemaal Dorkwerd) komt dit water ons gebied in. We kunnen maximaal 25.000 liter per seconde aanvoeren waarmee we beregenaars in ongeveer 70 procent van ons gebied kunnen voorzien van water. Alleen in delen van het stroomgebied van de Hunze en de Drentsche Aa kunnen we dit niet. Deze gebieden liggen op de hoge zandgronden van de Hondsrug, tot meer dan 25 meter boven de zeespiegel.