Voordat we de gerijpte klei kunnen gebruiken voor de aanleg van onze Brede Groene Dijk is extra onderzoek nodig. De gerijpte klei voldoet vaak niet helemaal aan de eisen die op dit moment aan dijkenklei worden gesteld. De klei uit de Kleirijperij aan de Valgenweg bevat bijvoorbeeld te veel zout en organische stof. Ook is er behoefte aan een nieuw rekenmodel om dijken met flauwere taluds te kunnen ontwerpen. We startten daarom een onderzoek naar de geschiktheid van Deltaklei.
Zout en organische stof
In Nederland bouwden we vroeger al dijken van klei uit de directe omgeving. Deze dijken functioneren al vele jaren naar behoren. Dat roept de vragen op: zijn te veel zout en organische stof daadwerkelijk een probleem voor de dijkversterking? Of kunnen we door een aangepast ontwerp, de juiste manier van aanleggen en afgestemd beheer en onderhoud met deze ‘afwijkende’ klei ook een veilige dijk bouwen?
Nieuw rekenmodel
Uit het ontwerp voor de Brede Groene Dijk blijkt dat de erosiesnelheid van de lokaal gewonnen klei niet op de gebruikelijke manier kan worden bepaald. Ook is het rekenmodel dat we in Nederland voor het ontwerpen van dijken niet geschikt voor taluds flauwer dan 1:5 en golven hoger dan anderhalve meter. Het talud van de Brede Groene Dijk wordt 1:7 en de verwachte golven kunnen in de toekomst hoger worden dan 2 meter. Volgens de huidige rekenmethode zou een heel dikke kleilaag nodig zijn om een veilige dijk te kunnen bouwen. Ons onderzoek laat zien hoe dik de laag van gerijpte klei daadwerkelijk moet zijn om bestand te zijn tegen een superstorm.
Verschillende onderzoeken
In 2020 is een proefdijkje aangelegd op de kwelder. Daarmee is kennis opgedaan over de beste manier om de gerijpte klei machinaal in een dijk aan te brengen. In 2021 zijn proeven uitgevoerd in de 300 meter lange deltagoot (golfslagbad) van onderzoeksinstituut Deltares. Daarmee werd onderzocht hoe lang de gerijpte klei een superstorm kon doorstaan. Een tweede serie proeven richtte zich specifiek op het ontwerp van de dijk. Daarnaast zijn er verschillende proeven in het laboratorium gedaan.
Uit de onderzoeken bleek dat de dijk van gerijpte klei sterk genoeg is om een superstorm te doorstaan. Op basis van de onderzoeken ontwikkelen we een nieuw rekenmodel. Met het nieuwe rekenmodel zijn we in staat te berekenen hoeveel gerijpte klei we nodig hebben om een veilige dijk te maken.
Onze partners
Wij zijn trekker van het onderzoek, Arcadis en Sweco helpen ons hierbij. Deltares en de EcoShape-partners Van Oord en Boskalis voeren het onderzoek uit. We worden geadviseerd door de projectoverstijgende verkenning Dijkverbetering met Gebiedseigen Grond (POV-DGG), het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), Adviesteam Dijkontwerp (AD) van het HWBP, het team Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI) van Rijkswaterstaat, de projectgroep Kleirijperij onder leiding van de Provincie Groningen.
Naast de gerijpte klei werd ook klei uit een bestaande dijk getest, afkomstig uit de onze zeedijk én klei uit een dijk van Wetterskip Fryslân.
Financiering
Financiering voor dit onderzoek komt hoofdzakelijk vanuit de Kennis- en Innovatieagenda (KIA) van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Medefinanciering komt van het waterschap Hunze en Aa’s, de projectgroep Kleirijperij onder leiding van de provincie Groningen, EcoShape-partners Boskalis en Van Oord en het Topconsortium Kennis en Innovatie (TKI) Deltatechnologie.