We hebben in een pilot de bodem van de beek in delen van de Drentsche Aa verhoogd met zand. Daarnaast maakten we daar het leefgebied voor vissen en kleine waterdiertjes aantrekkelijker door houtige materialen zoals takkenbossen in de beek te brengen.
Verhoging beekwaterstanden
Deze pilot voeren we uit omdat verhoging van de beekwaterstanden in Natura 2000 beleid is opgenomen. De natuurwaarden in de beekdalen van de Drentsche Aa kunnen worden aangetast door droogte. De verwachting is dat door het verhogen van de beekwaterstanden de grondwaterstanden hoger worden en verdroging afneemt. Maar door het water dieper te maken tasten we de natuurlijke stromingscondities aan en gaat de ecologische kwaliteit van de beek achteruit. Dit is vanuit de Kaderrichtlijn Water niet acceptabel. Met de pilot konden we het water verhogen, maar behielden we de natuurlijke stromingscondities en de ecologische kwaliteit.
Projectplannen
In overleg met omwonenden, andere belanghebbenden en belangstellenden en met deskundigen van bevoegde gezagen en kennisinstellingen, onderzochten we hoe we de beekbodemverhoging uit konden voeren. Schade aan de beschermde archeologische, cultuurhistorische, aardkundige en landschappelijke waarden en de omliggende infrastructuur, woonpercelen en landbouwgronden moest worden voorkomen. Zo ontstonden drie projectplannen waarin de planologische haalbaarheid is onderbouwd en waarin duidelijke randvoorwaarden zijn gesteld aan de uitvoering:
- Projectplan Beekverhoging Anloërdiepje,
- Projectplan Beekverhoging Zeegserloopje
- Projectplan Beekverhoging Taarlooschediep en regeling waterdoorlaat verdeelwerk Loon.
Uitvoering van het project
Met een innovatieve aannemer ontwikkelden we een passende uitvoeringsmethode waarbij zand gemengd met water met een lange oprolbare slang in de beek werd gebracht. De werkzaamheden zijn in 2021-2022 onder strikte ecologische begeleiding uitgevoerd. De werkzaamheden hebben niet geleid tot schade aan de omliggende natuurwaarden. Daarnaast lijkt de beekecologie zich goed te herstellen na de impact van de bodemverhoging. Er is echter meer tijd van monitoring nodig om te kunnen beoordelen of de ecologie zich voldoende herstelt en er eventueel sprake is van meerwaarde voor het uiteindelijke doel: het verhogen van de beekwaterstanden.
Monitoring
Er is een monitoringssysteem opgezet waarmee effecten van de bodemverhoging worden gemeten. Op basis van monitoringsgegevens is geconstateerd dat de waterstanden in de beektrajecten tussen 10 en 25 cm hoger zijn geworden. De variatie in bodemhoogte en de samenstelling van het bodemmateriaal zijn globaal hetzelfde als voor de bodemverhoging. Maar, om meer structurele effecten te kunnen bepalen is een langere meetperiode nodig.
Vooralsnog zijn in de metingen van de grondwaterstanden geen duidelijke effecten van de beekbodemverhoging te onderscheiden en kunnen er nog geen structurele effecten worden geconstateerd in de natuurwaarden op omliggende gronden. Er is een langere periode van monitoring nodig om hierover nadere conclusies te trekken. Er zijn geen indicaties van nadelige effecten op archeologische, cultuurhistorische, aardkundige en landschappelijke waarden of op omliggende functies.
De komende jaren, tot vijf jaar na de uitvoering van de bodemverhoging, zetten we de monitoring door. Daarna maken we een eindbalans op van de effecten en de effectiviteit van de beekbodemverhoging voor de versterking van kwetsbare Natura 2000 natuurwaarden.
Eerste analyse
In het rapport Analyse/evaluatie uitgevoerde maatregelen en effecten van beekbodemverhouding op 3 trajecten van de Drentsche Aa (periode 2017-2022) is een analyse gemaakt van de ervaringen met het ontwerpproces en de uitvoering en van de effecten tot en met 2022. In deze analyse wordt verwezen naar rapporten die in het kader van het project zijn opgesteld. Deze kunt u via onderstaande links raadplegen.
Dit project is medegefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (POP3).