We zijn gestart met het maaien van onze sloten. Maaien wij niet, dan heeft dat gevolgen voor de wateraanvoer en waterafvoer, de veiligheid van onze medewerkers, maar ook voor de natuur.
Als de sloot niet onderhouden wordt, groeit deze dicht. Dit geeft een mooie, natuurlijke uitstraling, maar we zien dan minder vissen, waterplanten en waterinsecten. En wanneer het hevig regent is er in deze sloten geen ruimte om het water op te vangen. Als we sloten pas onderhouden wanneer deze dichtgegroeid zijn, is dat gevaarlijk voor onze collega’s en is de kans op overstroming en een te natte omgeving voor landbouw en bebouwing groot.
Bij het uitvoeren van het onderhoud moeten onze medewerkers gokken waar de sloot begint en ophoudt, wat een onveilige werksituatie oplevert.
Vergroten van biodiversiteit
Tijdens het maaien houden we zoveel mogelijk rekening met de natuur. Bij grotere watergangen laten we een jaar lang aan één kant de begroeiing staan. Het jaar daarop maaien we dit begroeide talud pas. Dit doen we pas vanaf 15 juni, uitlopend tot begin augustus.
We sparen veel begroeiing in de sloot en op de dijk om de biodiversiteit te vergroten. Vogels, insecten en kikkers kunnen schuilen in de hogere beplanting en bloemen langs de kant. Onze collega’s worden ook getraind en begeleid in natuurvriendelijk maaien.
De natuur is veranderlijk. Elk jaar bekijken we hoe ons onderhoud slimmer en natuurvriendelijker kan.
Garanderen van waterafvoer
Kleinere sloten maaien we aan beide kanten om de waterafvoer te garanderen. Wanneer het flink regent heb je deze sloten nodig. Omdat de sloten niet groot zijn is er geen ruimte om begroeiing de laten staan. Er blijft dan te weinig ruimte over om water op te vangen. In grotere sloten heb je die ruimte wel.
We maaien van mei tot en met november. In totaal maaien we zo’n 3500 kilometer aan watergangen.