In het kader van het innovatieproject ‘monitoring gras- en kleibekleding’ van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HBWP) zijn tussen 6 november en 8 december golfproeven uitgevoerd op de Dollarddijk in de Carel Coenraadpolder in Groningen. Daarmee is de sterkte van vier verschillende grasmengsels op de dijk getest. Een grote golfsimulator op de dijk liet golven met stormkracht los om te zien welk grasmengsel het best bestand is tegen extreme golven. Na een flink aantal proevenseries zijn op de beproefde stroken slechts beperkte beschadigingen te zien.
Onderzoeksleider Marco Veendorp, Waterschap Hunze en Aa’s: ‘Ons doel was om te meten bij welke golfbelasting de grasmat beschadigt. Vooraf hadden we verwacht dat in alle proefvakken schade zou optreden. De grasmat blijkt behoorlijk sterk, want er is echt veel water overheen gegaan en we zien weinig schade.’
Muizengangen
Uitvoeringsleider Roy Mom, Infram Hydren: ‘Hoewel we kleine verschillen zien tussen de beproefde stroken is op geen van deze stroken de grasmat bezweken. In het vak met het gras-kruidenmengsel waren in vergelijking met de andere stroken meer muizengangen zichtbaar. De muizengangen zijn vooral oppervlakkig, waardoor de wortelstructuur in de toplaag grotendeels intact blijft. De muizengangen hebben niet tot extra schades geleid.’
Grastrekproeven
Marco Veendorp: ‘Naast de golfproeven hebben we ook zogeheten grastrekproeven uitgevoerd in de verschillende vakken. Dat kun je letterlijk nemen: met een speciaal meetinstrument trekken we de zode los en meten we hoeveel kracht dat kost. Die proeven nemen we mee in de totale analyse. Aanvullend loopt onderzoek naar de soortensamenstelling en worteldichtheid van de verschillende typen grasbekleding door de Radboud Universiteit en Wageningen Environmental Research, dat we ook betrekken in de totale analyse.’
Herstelmaatregel
In de afgelopen weken is met de golfsimulator ook de effectiviteit van een herstelmaatregel getest. Technisch Manager Henk van Norel, Waterschap Hunze en Aa’s: ‘Deze maatregel is bedoeld om verdere erosie te voorkomen als de grasmat van de dijk beschadigd raakt tijdens storm. We vullen dan de beschadiging op en brengen hierover een stuk geotextiel aan dat we vastzetten met pinnen (krammen) in de dijk. Voor deze proef hebben we een stuk van de grasmat weggehaald en op drie manieren opgevuld: met zandzakken, met aangestampte klei en met zakken gevuld met steenslag (grof grind). Bij de zakken met zand zagen we dat het zand er gedeeltelijk uitspoelde, waardoor de zakken zich verplaatsten en onder de afdekking vandaan konden spoelen. De zakken met grind bleven daarentegen heel goed liggen, ook omdat het water er een beetje doorheen kan stromen. De opvulling met aangestampte klei bleef ook uitstekend op zijn plek. De definitieve resultaten van deze test volgen in de eindrapportage.’
Eindrapportage
Vanaf januari volgen nog de proeven op de Waddenzeedijk in Friesland, ter hoogte van de kruising van de Slachte- en de Seedyk bij Oosterbierum. Daarna volgt de laatste proevenserie nabij de Eemshaven. Het streven is om het eindrapport met resultaten en conclusies eind 2024 gereed te hebben.
Kennisdeling en partners
De resultaten van de proeven worden breed gedeeld, zodat ook andere dijkbeheerders deze kennis kunnen toepassen. De nieuwe mengsels versterken naar verwachting de waterveiligheid van de dijk en bevorderen de biodiversiteit. Dit leidt tot een soortenrijkere grasmat en mogelijk tot een sterkere grasmat en daarmee tot een kleinere versterkingsopgave. Waterschap Hunze en Aa’s werkt in dit onderzoek samen met Waterschap Noorderzijlvest, Wetterskip Fryslân, het Hoogwaterbeschermingsprogramma, Wageningen Environmental Research, Radboud Universiteit, Infram Hydren en Deltares.