Hoogwatersituaties komen steeds vaker voor. We hebben geleerd uit het verleden, zijn voorbereid en passen ons aan op de toekomst. Onder andere door water te bergen.
Neerslag neemt toe
Door klimaatverandering neemt de neerslag toe. En wanneer de neerslag toeneemt, raakt het stelsel van kanalen, meren en plassen steeds vaker vol met water. Dat stelsel gebruiken we voor de afvoer van oppervlaktewater. Bovendien is het door diezelfde klimaatverandering steeds moeilijker om het overtollige water op zee te lozen. Dat is vanwege de zeespiegelstijging in combinatie met bodemdaling.
Gebiedsinrichting voor waterberging
Samen met andere organisaties werkten we aan gebieden waar we gericht water in kunnen laten lopen als dat nodig is. In de meeste gevallen is dit gecombineerd met natuurontwikkeling.
Daarnaast zetten we in op ruimte in de beekdalen. Rechtgetrokken beken laten we weer kronkelen, waarbij de oevers mogen overstromen. Zo ontstaat er heel veel ruimte voor water.
Problemen voorkomen
We richten dit soort gebieden in om elders problemen te voorkomen. De meeste liggen in Drenthe, omdat het water normaalgesproken vanuit Drenthe heel hard naar het lager gelegen Groningen stroomt. In Groningen komen deze waterstromen bij elkaar als in een paar trechters. Daar ontstaan problemen als alles in één keer die kant op komt. Mede daarom houden we het water op deze manier langer vast.
Waterbergingsgebieden
We hebben inmiddels 14 waterbergingsgebieden in ons gebied. Een totale extra ruimte voor ruim 55 miljoen m3 water. Een enorme hoeveelheid. 55 miljoen m³ water is hetzelfde als 10.000 voetbalvelden waar 1 meter water op staat.