Na de beekbodemverhoging in het Anloërdiep eerder dit jaar, is de afgelopen weken de bodem van het Zeegserloopje deels verhoogd. Komende week gaan we door naar het Taarloschediep. Het is een pilot om te kijken of beekbodemverhoging een mogelijkheid is om kwetsbare natuur te beschermen.
Veelal handwerk
Het bijzondere aan deze projecten is dat we in natuurgebied werken. Dit betekent dat we zeer zorgvuldig te werk gaan. In het geval van het Zeegserloopje betekende dit nog meer handwerk dan bij het Anloërdiep. Op een centraal punt stond de installatie om zand met het beekwater te mengen. Een haspelinstallatie met lange slang bracht dit mengsel in de beek. Mankracht stuurde, ondersteunde en begeleide de slang. Een speciale spuitkop zorgde ervoor dat schade door de krachtige staal werd voorkomen. Daarnaast brachten we fijne takkenbossen en grotere takken aan in de beek, om het net ingebrachte zand goed vast te houden. Bovendien brengt dat variatie in de beek voor vissen en kleine waterdiertjes.
Breder, dus meer werk
Komende week gaan we op deze manier bij het Taarloschediep aan de slag. Het Taarloschediep is veel breder dan de eerder genoemde beken, zodat we hier dus langer bezig zijn. Hier worden geen takkenbossen gebruikt maar complete boomstammen. We verwachten hier eind januari 2022 klaar te zijn. Aannemer Knoop Natuur- en Waterbouw voert dit werk voor ons uit.
Voorkomen nadelige gevolgen omgeving
Daarnaast worden er werkzaamheden uitgevoerd om nadelige gevolgen van deze beekbodemverhoging voor de omgeving in aanliggende tuinen en percelen, te voorkomen. Denk dan aan het leggen van duikers en drainage. Dit voert Avitec voor ons uit.
Waarom we de beekbodem verhogen
foto: Hans Dekker