Er worden behoorlijke eisen gesteld aan de landbouw voor schoner water. Onder andere de gewasbeschermingsmiddelen is daarbij zo’n heikel punt. Samen met de land- en tuinbouw én de particuliere sector proberen we dit omlaag te brengen. Maar wat doet het waterschap zelf om aan de normen te voldoen?
Verbeteren zuiveringsinstallaties
We passen onze zuiveringsinstallaties aan. Het gezuiverde rioolwater komt weer terug in de natuur. Dit water voldoet aan de norm voor gezuiverd rioolwater, maar het kan schoner. Daarom investeren we in een extra zuiveringsstap, onder andere bij de zuiveringsinstallatie van Gieten. Hier wordt een extra fosfaatverwijderingstrap ingebouwd. Hiermee werken we aan het fosfaatoverschot in de Hunze en het Zuidlaardermeer.
Beekherstel en aanleg natuurvriendelijke oevers
Ook door beekherstel en aanleg van natuurvriendelijke oevers werken we aan het bereiken van de normen, met name voor biologie. Het zijn namelijk niet alleen de stoffen die belangrijk zijn, ook de inrichting en het beheer en onderhoud van de watergangen zijn van invloed op de levende organismen in het water. Dat gaat om waterbeestjes en waterplanten. Die normen zijn aangepast naar de functie van een watergang. In een kanaal leven bijvoorbeeld andere beestjes dan in een beek.
Met beekherstel zijn we al langere tijd bezig. Heel belangrijk voor de waterberging, maar zeker ook voor de biologie. In de Hunze en de Drentsche Aa hebben we nog een aantal trajecten te gaan. We hebben de landbouw nodig om dit te kunnen realiseren. Door de beek in het beekdal meer ruimte te geven, wordt het robuuster. Het kan daardoor extremen door klimaatverandering en ook belasting met stoffen beter aan.
Zelfs in de kanalen worden natuurvriendelijke oevers aangelegd. Dit gebeurde al in bijvoorbeeld het Ruiten Aa kanaal en het Afwateringskanaal Steendam-Tjuchem. En binnenkort gaan we aan de slag in het Noord-Willemskanaal.
Hoe staan we ervoor
Eens in de 6 jaar moeten wij ons verantwoorden via de Kaderrichtlijn Water aan Europa. Dit jaar is zo’n jaar. 36 % van ons water voldoet aan het biologische doel. Voor de voedingsstoffen geldt dat 87% voldoet aan het fosfaatgehalte, maar 25% nog een te hoog stikstofgehalte heeft. De grootste opgave zit in het terugdringen van de overschrijdingen van de normen van de gewasbeschermingsmiddelen en de te hoge concentraties metalen. In 75% van onze wateren is het ammoniumgehalte te hoog en daarnaast vinden we in sommige wateren te hoge concentraties metaal en gewasbeschermingsmiddelen.
Hoe verder
We hebben nog tot 2027 om de doelen te halen. Hoe we dit willen bereiken staat in ons nieuwe waterbeheerprogramma. Deze zit momenteel in de ontwerpfase en wordt aan het einde van dit jaar definitief gemaakt.