Ons laboratorium werkte mee aan de ontwikkeling van een methode waarbij gemeten kan worden hoeveel medicijnresten tijdens het zuiveren uit het rioolwater worden gehaald. Samen met andere waterschapslaboratoria ontwikkelden we een bemonstering- en analysemethodiek specifiek voor medicijnresten.
Waarom is dat zo belangrijk?
Medicijnresten worden normaal gesproken maar ten dele gezuiverd in een rioolwaterzuivering en komen terecht in het oppervlaktewater. Dit kan invloed hebben op het waterleven. Meerdere waterschappen investeren daarom in een extra zuiveringstrap. Maar de verschillende zuiveringstechnieken om medicijnresten te verwijderen konden in de praktijk niet goed worden beoordeeld en vergeleken. Een uniforme en betaalbare methode om het effect van zo’n extra zuiveringstrap goed te meten ontbrak. Met de ontwikkelde methodiek is die uniforme methode er wel.
Hoe dan?
We ontwikkelden een analysemethodiek van gidsstoffen in afvalwater. Een gidsstof is een indicatorstof die representatief is voor een grotere groep stoffen. In dit geval bepaalden we dus gidsstoffen die de medicijnresten vertegenwoordigen. Door uit te gaan van een bestaande analysemethode, gebruik te maken van al lopende internationale onderzoeken en een beperkte lijst gidsstoffen te selecteren, kon een robuust en betaalbare methode worden ontwikkeld. Een methode die het verwijderingsrendement van medicijnresten kan berekenen. En dus een uitspraak oplevert hoe goed een betreffende maatregel in staat is om medicijnresten te verwijderen.
Hunze en Aa’s investeert zelf momenteel niet in een extra stap in het zuiveringsproces om medicijnresten uit het rioolwater te verwijderen. Er gaan veel kosten gemoeid met het bouwen van een extra zuiveringsstap. Daarom is het belangrijk eerst te onderzoeken of het zinvol is deze stap te bouwen. Zo onderzoeken we met bioassays wat het effect is van ons gezuiverde rioolwater op het waterleven in het oppervlaktewater en monitoren we de concentraties medicijnresten in het gezuiverde rioolwater en het oppervlaktewater. En dat kunnen we nu dus in ons eigen laboratorium.